Waarnemen met een uitgeschakeld zintuig |
Het ruimte geven aan vragen van leerlingen is belangrijk in onderzoekend en ontwerpend leren. Vragen van kinderen ontstaan echter niet zomaar. Bewust waarnemen en stilstaan bij waarnemingen gaat vooraf aan vragen stellen. In een theaterworkshop bij Buitenkunst ontdekte ik dit weekend dat meer minder is. Ogen zijn een dominant zintuig. Als je die uitschakelt, worden andere zintuigen actief en ervaar je het bos, de school of het plein op een andere manier. Vragen en twijfels borrelen vanzelf op.
'Onze ogen zijn het dominante zintuig geworden in onze samenleving' vertelde mijn theaterdocente aan het begin van de workshop. 'Vandaag gaan we eerst speloefeningen doen rond dit zintuig, en daarna oefeningen waarin we juist de ogen uitschakelen. Je zult merken dat je intenser voelt, proeft, ruikt en hoort en je deze zintuigelijke ervaringen kan benadrukken in een theaterstuk.
Hoe neem je waar met je ogen? Deze speloefeningen gebruikten we in de workshop om dit te ervaren:
- Tekenen terwijl je niet naar de tekening kijkt. In koppels een tekening maken van het hoofd van de ander zonder je potlood van het papier te halen. Naar je tekening kijken is verboden. Ik merkte dat ik meer details ging zien in een gezicht doordat ik niet zoals anders naar mijn tekening keek. Een variant is dat je het potlood wel van het papier mag halen. Er ontstaan kunstwerkjes!
- Beelden die veranderen. Met een groep van deelnemers maakten we een beeld door tegen elkaar aan te gaan staan en op elkaar te gaan liggen. Eén cursiste doet niet mee en wordt de onderzoeker die het ontstane beeld bekijkt. Van ver weg en van dichtbij, van voren en van achteren. Terwijl de onderzoeker niet kijkt worden er veranderingen in het beeld aangebracht. Een linkerbeen gaat omhoog en een rechterbeen naar beneden. Een horloge wordt afgedaan. Het is niet makkelijk om het verschil te vinden. Goed waarnemen vergt training.
- Uitzetten van een zintuigelijk spoor in tweetallen. Elke deelnemer laat een andere deelnemer een bepaald aspect ervaren. Marieke liet Johan die zijn ogen dichthield bijvoorbeeld voelen dat alles een begin en een einde heeft, of het nu gaat om een brug, een tent of een tafel. Arjo liet Jan het verschil tussen warm en koud laten voelen. Jan merkte ook het verschil tussen licht en donker op. Lisa liet Anneke ervaren dat er gladde en ruwe materialen zijn.
- In een klein gebied een zintuigelijk doel volgen. Daarna kozen we voor ons zelf een specifiek doel. Jos volgde het groene spoor van bomen in de lucht en mocht niet naar de grond kijken. Joke bracht alles in beweging met haar voeten en handen tijdens haar tocht. Mijn doel was het volgen van natuurlijke geluiden en het negeren van menselijke geluiden. Ongelofelijk dat vogelgeluiden goed te volgen zijn. Zelfs als ze zacht zijn, kan ik ze horen. Ik hoor ze boven de gepassioneerde percussieklanken uit. Af en toe sta ik stil omdat de bladeren aan mijn voeten te veel ritselen of de zanggroepen het een moment winnen van de vogels. Ik ervaar met de huid van mijn hoofd het verschil tussen licht en donker in het bos en wordt er haast duizelig van. Wat is de zon krachtig en wat kriebelt dit. En dan neem ik ook nog eens waar hoe ongelijk het bosterrein is. Mijn voeten zakken weg in de kuilen en lage gebieden. Het piepkleine, bekende bosterrein herbergt een parallelle wereld.
Tot slot ontstonden de meest bizarre en bijzondere toneelstukken op locatie. Het was alsof ik een dag lang ergens anders was, in een andere wereld die ik nog nooit eerder had opgemerkt. Ook 's avonds en de volgende dag hoor en voel ik meer dan "normaal". In het gewone leven filteren we de signalen die op ons afkomen. Veel bereikt ons bewuste voelen en denken niet. Door dit filter kunnen we onze aandacht richten. Toch is het geweldig boeiend om in een bekende wereld op zoek te gaan naar een parallelle, nog onbekende wereld. Sommige deelnemers gaven aan zich weer helemaal kind te voelen.
Van ervaring naar onderzoeksvragen
Door de oefeningen wordt ik nieuwsgierig naar het bos. Ik bedenk dat veel van mijn ervaringen kunnen uitmonden in onderzoeksvragen. Hoe komt het dat het geluid van vogels zo krachtig is? Zijn alle bossen zo hobbelig en hoe komt het dat ik er met ogen open geen weet heb van de hobbels? Wanneer is een geluid natuurlijk en wanneer antropogeen (door mensen gemaakt)?
Zintuigelijke oefeningen met de klas
Misschien ken je de opdracht om in een onderzoeksles basisschoolkinderen te laten omschrijven wat ze waarnemen aan een waxinelichtje. Met een klas neem je vaak wel meer dan dertig verschillende dingen waar met zowel ogen, neus en oren. Je kan ook met eenvoudige, zintuigelijke, kunstzinnige oefeningen op de basisschool op zoek gaan naar een parallelle, onbekende wereld. De theateroefeningen zijn speels en door het uitschakelen van een zintuig kunnen leerlingen bijzondere waarnemingen verzamelen voor een (natuurwetenschappelijke) onderzoekscyclus of voor een kunstproject.