Een creatief proces zit vol tegenstellingen. Denk aan de regel ‘ uitstellen van oordeel’ tijdens het brainstormen. Geef elk idee ruimte! Toch wordt het oordeel niet tot in het oneindige uitgesteld.
Er komt een moment dat uitstellen van oordeel niet langer mag en het belangrijk is om juist kritisch te zijn. De kritiek mag niet afbrekend zijn. De kritiek is behoedzaam en opbouwend/ Want juist de patroondoorbrekende ideeën zijn fragiel, kwetsbaar en niet makkelijk te onderbouwen.
In een ontwerpproces verander je dus een aantal maal van “mindset’. Van een open- alles kan instelling, naar een kritisch doorvragen en het bepalen van de voor- en nadelen van een idee. Alleen door steeds door te vragen kan je bepalen welke ideeën het waard zijn om verder uit te werken.
Hoe kan dit in de klas? Hoe kunnen leerlingen uit de veelheid van ideeën, de meest veel belovende creatieve ideeën herkennen? Hoe kunnen kinderen hun ideeën evalueren en selecteren?
Producten van de geest
In het begin van een ontwerpproces zijn er alleen ideeën. Hoe kan de kwaliteit van een idee bepaald worden als er nog helemaal niets is gemaakt? Een prototype of een product kan je testen. Zo organiseert Dennis Hong , ontwerper van een auto waarmee blinde mensen zelf kunnen rijden, testritten op een circuit. En autoproducent Volvo verzamelt gegevens over alle ongelukken die op de weg gebeuren om Volvo’s in de toekomst nog veiliger te maken. Op deze manier leren ontwerpers van de praktijk.
Stippenmethode
Bij het evalueren en selecteren van ideeën kan dit niet, het zijn producten van de geest. Het evalueren is dan ook het mentaal doorlichten van ideeën. Op basisschool het Galjoen hebben de leerlingen hun ideeën eerst geclusterd in een aantal categorieën. Daarna gebruikten de leerlingen het plakken van stippen. Elke leerling kreeg zes kleine rode stickers, in de vorm van stippen. De opdracht was om de drie leukste, meest bijzondere of spannende ideeën stippen te geven:
· Drie stippen voor het leukste idee
· Twee voor het op een na leukste idee
· Een voor het idee dat je daarna het leukst vindt
Zodra de leerlingen alle stippen hadden uitgedeeld, gingen ze kijken welke ideeën veel stippen hadden en hebben ze daar met kleur een cirkel omheen gezet. Zo springt het idee eruit op de poster. Opvallend was dat de kinderen in eerste instantie dachten dat je niet mocht kiezen voor je zelfverzonnen idee. Olivier: “Ehm, je mag zeker niet bij jezelf plakken?”. Dat mag dus wel!
Het plakken van stippen is een van de meeste gebruikte technieken in creatieve ontwerpsessies op de TU Delft en elders (Tassoul 2009). De techniek is erg geschikt als er twintig tot tweehonderd ideeën zijn bedacht. Het grote voordeel is dat het een zeer snelle techniek is. Leerlingen krijgen snel een overzicht van de meest geliefde ideeën.
Stippenmethode als een wedstrijd
Aan het gebruik van de stippenmethode kleven ook een aantal nadelen, dat geldt voor volwassenen en voor kinderen. De leerlingen op het Galjoen zagen de methode als een stemprocedure waarin een idee kon winnen van andere ideeën.
In sommige teams kreeg een idee overduidelijk en unaniem de meeste stippen. De leerlingen uit het team hadden allemaal dezelfde voorkeur.
Sofie: Wij hebben een snoepvilla gekozen met tien stickers en we hebben alleen al heel veel ideeën over en iedereen is het daar mee eens.
Nu lijkt dat makkelijk, toch miste in dit geval het gesprek over plus- en minpunten van een idee.
Snoepvilla en snoeppaleis krijgen bijna alle stemmen |
In andere teams waren er meerdere ideeën met veel stippen en hadden de teamgenoten duidelijk verschillende voorkeuren. Door te combineren leverde dit soms originele oplossingen op.
Julian: Wij hadden vijf tegen vijf. Toen hebben we de ideeën gewoon bij elkaar gedaan. We hadden een schietpistool en een maanhuis en die gingen we bij elkaar doen.
Deze leerlingen gingen werken aan een pistoolplaneetmaanhuis. Maar vrij vaak gingen de gesprekken van de leerlingen over de “stemprocedure” en niet over het idee zelf. Hieronder een aantal voorbeeldgesprekken:
Anne: Wij hebben allebei zes stippen. O nee (ze kijkt naar de stippen), deze heeft er zeven, en deze heeft er zeven en deze ook. Dus dan komen we er niet uit.
Peter (wijst een ander idee aan): Dan gaat dit idee tenminste weg, want die heeft zes stippen.
De kinderen in teams waarin de voorkeuren verschillend waren, waren erg druk met het bespreken van het aantal stippen en of de stemprocedure wel eerlijk was. Deze teams kregen van de leerkracht extra tijd om de ideeën te bespreken en zijn er uiteindelijk met elkaar uitgekomen.
To stip or not to stip?
To stip or not to stip?
De stippenmethode op basisscholen heeft een aantal voordelen. De snelheid is prettig en leerlingen zijn zelf eigenaar van het selectieproces. Helaas hebben de leerlingen het proces vooral als een wedstrijd gezien en niet als een manier om in gesprek te gaan over de meest gekozen ideeën.
Om de methode te verbeteren, is uitleg aan de leerlingen nodig zodat ze het uitdelen van stippen niet gaan zien als een stemprocedure. De stippen gebruiken de leerlingen dan om overzicht te krijgen van de meest geliefde ideeën. Laat ze een gesprek aan gaan waarin de meest gekozen ideeën nog eens goed aan elkaar worden uitgelegd. Een idee waar een kind als enige drie stippen aan heeft gegeven, de hoofdprijs, dient ook besproken te worden. Zo kan het kind de andere teamleden informeren en mogelijk overtuigen. Als leerkracht kan je er ook voor kiezen om de leerlingen nogmaals te laten stemmen op de top vijf (overschrijven op een los vel) of om de drie meest gekozen ideeën verder uit te werken, in plaats van maar één idee uit te werken. Op basisschool het Galjoen zijn soms meerdere ideeën uitgewerkt of ideeën gecombineerd.
To stip or not to stip: that’s the question. Wij denken dat deze selectiemethode – die regelmatig op de TU Delft in het onderwijs wordt gebruikt - ook goed past op een basisschool en vooral handig is als er meer dan veertig ideeën zijn bedacht. Wel is het verder ontwikkelen van de stippenmethode nodig. Het is belangrijk dat teams na afloop van het stippen uitdelen, vragen gaan stellen zoals “Hoe komt het dat dit idee zoveel stippen heeft?” en “Hebben we hele verschillende meningen in de groep of niet?” Zo wordt de stippenmethode een startpunt voor gesprek in plaats van een wedstrijd.