Een bekend euvel. Met een groep mensen gaat u naar de hei en verzint u bijzondere, originele ideeën. Bij het selecteren van een idee voor uitwerking en implementatie wordt gekozen voor 'business as usual'. Een standaardidee wordt uitgevoerd. Het selecteren van een origineel idee en het overtuigen van anderen om geld, tijd en materialen ter beschikking te stellen is een vak apart.
Mihaly Csikszentmihalyi, een psycholoog die onderzocht hoe succesvolle kunstenaars, wetenschappers en anderen kwamen tot creatieve resultaten, merkt op dat het van groot belang is om een goed idee te herkennen. Volgens Marc Tassoul, docent creatief faciliteren op de TU Delft, is het belangrijk om in een creatieve sessie ruimte te nemen om de nieuwe, ongewone ideeën te leren kennen en als het ware toe te eigenen.
Als leerlingen veel ideeën hebben bedacht, dan is clusteren een handige techniek. Leerlingen gaan op zoek naar ideeën die iets gemeenschappelijks hebben, en plaatsen die bij elkaar. Met clusteren brengen ze orde in de chaos en raken ze vertrouwd met de ideeën. Dit is een goede voorbereiding op de volgende stap in het ontwerpproces: het selecteren van enkele ideeën voor verdere uitwerking.
Hieronder leest u hoe TU-studente Daniëlle op een basisschool het clusteren uitlegt. Ze demonstreert op het smartboard, aan de hand van ideeën die al bedacht zijn door de ontwerpteams, hoe het clusteren in zijn werk gaat.
Klassikale uitleg van clusteren
Daniëlle : Welk idee heb jij bedacht?
Marieke: zuurstokkenbos.
Daniëlle schrijft zuurstokkenbos op het bord
Hans: vuilniswagen
Mara: een snoepvilla
Daniëlle: Een villa, een vuilniswagen en zuurstokkenbos Deze ideeën komen nog niet echt met elkaar over een en kunnen we niet in een cluster plaatsen. Wie heeft een idee wat hier een beetje in de buurt komt?
Indra: trampoline springen
Daniëlle: wie heeft er nog iets met springen of een speeltoestel?
Hanneke: tafeltennissen
Daniëlle: Tafeltennissen! Kijk, we hebben een trampoline en een tafeltennis. Dat heeft alle twee met sport en bewegen te maken.
Daniëlle: wie heeft er nog een idee dat daarbij past?
Frans: nou een voetbalclub bouwen. FC Den Hoorn.
Daniëlle: Een voetbalclub, ik hoor hier al een heel mooi woord. Trampoline heeft te maken met bewegen, voetbal en tafeltennis, dus.. die we kunnen we omcircelen. Dit is een cluster rond sport of bewegen.
Daniëlle: Jullie hebben heel veel ideeën bedacht. Je gaat zoeken wat er allemaal met sport te maken heeft en die ga je dan allemaal bij elkaar plakken. Daar trek je een cirkel om heen en dan schrijf je er sport bij. Je komt dan ook ideeën tegen die er niet bij passen. Die horen niet bij sport.
Daniëlle: Wij kunnen vast ook andere clusters maken. Hier heb je villa, misschien heeft iemand anders wel een caravan opgeschreven of iets anders. Weet jij nog een leuk idee? (wijst naar kind)
Mara: een kasteel van koek
Daniëlle: Dat is een cluster rond wonen.
Hanneke: Moet je dan 1 thema of twee thema’s maken?
Daniëlle: Zoveel thema’s als jullie kunnen verzinnen. Maar probeer het wel een beetje te beperken. Ga dus niet alle verschillende blaadjes met ideeën bij allemaal verschillende thema’ plaatsen. Maak bijvoorbeeld vier of vijf of zes thema’s, daar komen jullie zometeen zelf achter. En als je ideeën hebt die nergens bijpassen, dan plak je ze in een aparte hoek en die noem je ‘overig’.
Orde in de chaos
Na deze klassikale oefening op het smartboard, gaan de teams zelf aan de slag. Leerlingen uit groep vijf en zes kunnen goed uit de voeten kunnen met clusteren. Ze maken zinvolle clusters. Ook als een enkel cluster weinig samenhang vertoont in de ogen van volwassenen, bereikt u wel dat leerlingen vertrouwd raken met de enorme stapel ideeën (214 in deze klas) en goed voorbereid zijn op het selecteren van een idee.