29 juni 2012

IJsbrekers en opwarmers zijn onmisbaar

Opnieuw bleek dat ijsbrekers en opwarmers onmisbaar zijn in het stimuleren van creativiteit. 
Vier scholen presenteerden in maart de resultaten van hun creativiteitsproject aan elkaar. In één klas was de ijsbreker overgeslagen en kwam het brainstormen minder goed op gang. Hieronder een aantal nieuwe ijsbrekers en opwarmers die goed werken op een basisschool. Gebruik ze om het  associatief denken te stimuleren en te oefenen.

Wat is associëren?
Bij associëren gaat het om het verbinden van uiteenlopende zaken. Uitvindingen ontstaan vaak door het op een nieuwe manier verbinden van bestaande zaken.  Ook kinderen kunnen dit! De TU Delft organiseerde een paar jaar geleden de wedstrijd het beste idee voor Afrika. In veel Afrikaanse landen moeten kinderen kilometers ver lopen om water te halen. Hoe kan het water halen leuker en makkelijker worden? Leerlingen van basisschool De Bras combineerden SPELEN en WATER HALEN. Ze werkten dit idee uit in een speciale skippybal waarin het water wordt vervoerd. Tijdens de terugreis wordt het water via een speciaal mechanisme in de bal gezuiverd.  Door te associëren verbonden ze twee zaken die niet eerder waren verbonden. Je kunt dit oefenen en op gang brengen met behulp van de opwarmers. We beschrijven hieronder het associatiespel, de kettingassociatie en het verwerpen van functies.

Associatiespel
Dit is één van mijn favorieten. In een associatiespel krijgt elke leerling twee willekeurige plaatjes te zien.  Je vraagt de leerling om een verbinding te leggen tussen de twee plaatjes: “ Waarom vind jij dat deze plaatjes bij elkaar horen?” Of je laat ze de volgende zin afmaken “Deze twee plaatjes horen bij elkaar omdat…..”

Er zijn heel veel redenen te verzinnen. Eén van de antwoorden was:
deze plaatjes horen bij elkaar omdat muizen graag in restaurants eten!
Bij het associatiespel is het belangrijk om de kaartjes omgekeerd in het midden van het tafelgroepje te leggen. Geef ook aan dat de kinderen uit een tafelgroepje niet allemaal tegelijk twee kaartjes pakken. Het is belangrijk dat ze direct en spontaan reageren en daarom is het noodzakelijk dat ze om de beurt twee kaartjes pakken. Het kind dat aan de beurt is maakt de zin af en geeft een reden op. TU-studente Anna had een eigen spel samengesteld. Anna: “Je kan zelf, willekeurig plaatjes verzamelen, dat werkt goed.”Je kunt ook leerlingen zelf een associatiespel laten maken door plaatjes uit tijdschriften te verzamelen.

Associatief talent wordt zichtbaar
Katy van basisschool De Schakel vertelde dat door de associatieoefeningen het associatief vermogen van leerlingen uit haar plusklas zichtbaar werd. Van één leerling uit de plusklas wist de school niet of ze creatief en ‘out of the box’ on denken. De oefeningen lieten zien dat ze het erg goed kon! Inmiddels vragen de leerlingen aan het begin van elke les aan Katy of ze weer het spel van vorige week gaan doen. Daaruit blijkt wel hoe groot de behoefte is om creatief te mogen denken.

Hier volgen de favoriete associatieoefeningen van de klas van Katy, uit de E-reader Creatief Denken van David van der Kooij en Mignon van Ophuizen.

Kettingassociatie: van het geheel naar een steeds kleiner deel   
Bij een kettingassociatie ga je uit van een beeld of woord. Dat beeld of woord roept een nieuw beeld of woord op. Je begint bijvoorbeeld met het woord ‘thermosfles’ en komt uit op chocomel – winter – schaatsen – bevroren tenen – ziekenhuis. Door het associëren wordt de ‘thermosfles’ via een aantal stappen verbonden met het ‘ziekenhuis’. Bij een kettingassociatie zoeken we naar een nieuwe associatie waardoor we ons snel van het startpunt verwijderen (Van der Kooij, 2011).

Er zijn verschillende manieren om kettingassociaties te maken. Katy gebruikte het mechanisme van geheel/deel en deelde de klas op in teams van vier leerlingen. Bij dit mechanisme begint de leerling met een voorwerp. De volgende leerling een onderdeel van het voorwerp op . Hier enkele voorbeelden die de leerlingen van De Schakel bedachten:
Snot- bacterie- molecuul- atoom- DNA helix- nanodeeltje
Mes- lemmet- ijzer- ijzererts- cokes- zand
Duikboot- tank- water- waterstofmolecuul- atoom - elektron

De plusklassers hadden hier veel plezier in. Ze vinden het boeiend om na te denken over de kleine deeltjes (atomen, elektronen en zelfs nanodeeltjes) waaruit elk voorwerp bestaat. En om steeds weer een nieuwe vondst te doen: het kan nog kleiner! Het geheel-deel mechanisme is slechts een van de vele mechanismen, zie de e-reader Creatief Denken voor meer mogelijkheden.

Het- verwerpen- van- functies-spel: wat kan het nog meer zijn?
Verwerpen-van-functies-spel, leerlingen van De Schakel
Bij dit spel krijgt elk tafelgroepje een voorwerp, een foto van een voorwerp of een woord. De opdracht is om:
-          Te bekijken waarvoor het voorwerp dient.
-          Te bedenken waarom je het voorwerp daar niet meer voor wilt gebruiken (functie verwerpen).
-          Te verzinnen waarvoor het voorwerp nog meer gebruikt kan worden (nieuwe functie bedenken).

Dit idee komt uit de E-reader Creatief Denken. Katy heeft er haar eigen invulling aan gegeven. Ze introduceerde deze opdracht met het volgende verhaal: “Ik ben een grote plastic bak. Opeens wordt ik in de auto op de achterbank gezet. Er gaan grote stevige riemen om mij heen en er wordt een krijsende baby  in mij geduwd. Wat denken jullie dat ik ben?”  Na een paar antwoorden, merkte een meisje op dat het om een Maxi-Cosi  ging. Katy vervolgde haar verhaal “Ik ben het zat om zo pijnlijk vast te zitten. Ik wil iets anders worden. Gelukkig een meneer pakt mij op. Hij doet mij aan zijn arm en loopt de supermarkt in. Er komen allemaal boodschappen in mij, wortels, koekjes en lekkere mandarijntjes. Wat ben ik nu?”

Dit verhaal en deze manier van brengen (je bent zelf het voorwerp) stimuleerde de fantasie en inlevingsvermogen enorm.

Jongen:  “Ik ben een trap en iedereen loopt over mij heen. Keihard. Pijnlijk. Ik wil geen trap meer zijn. Eh…ik ben ook best bruikbaar als  trampoline, dan springen ze ook op mij, maar dat doet geen pijn”.

Geschikte woorden voor dit spel zijn: schip, wiel, wasmachine, schilderij, hond, lucifer, tapijt, schaar, pleister, knoflookpers.  Steeds bedenken de leerlingen waar het voorwerp nog meer voor gebruikt kan worden. Een wasmachine kun je ook gebruiken als slacentrifuge.

Bij deze oefening kun je de leerling een echt voorwerp in handen geven. Dit heeft de voorkeur omdat leerlingen doordat ze het voorwerp  zien en vast pakken gemakkelijker op een nieuwe functie komen.  Je zou ook briefjes met foto’s kunnen geven aan de kinderen. Katy  gaf elke tafelgroep van vier kinderen kleine briefjes waar voorwerpen opgeschreven waren. In een minuut of tien kwam elk kind een tot twee keer aan bod. Dit werkte ook goed. Het is trouwens ook leuk om leerlingen voorwerpen te geven die ze helemaal niet kennen! Dit stimuleert de fantasie.

Downloads
Het associatiespel waarin willekeurige foto’s worden gecombineerd kun je hier downloaden.

Contact
Wij zijn nieuwsgierig naar jullie ervaringen en vondsten. Heb je een voorwerp gevonden dat erg leuk werkt in het -verwerpen-van- functies-spel? Een eigen gemaakt associatiespel? Ontstond in jouw klas een bijzondere kettingassociatie? Wij horen graag van je. We verzamelen alles en geven deze voorbeelden weer door op ons blog.


Fijne vakantie en tot volgend schooljaar!