26 april 2012

Een goede vraag, is het halve werk

 
Hoe kunnen ridders zich beschermen?
Het opstellen van een goede vraag voor een brainstormsessie is een kunst apart. De vraag moet open zijn en toch scherp. Als je er met je vraag net naast zit omdat de vraag te gesloten is, loopt de sessie minder vloeiend.  De leerlingen komen niet op gang in de brainstorm of de brainstormresultaten zijn onbruikbaar. Kortom: een goede vraag is het halve werk. In dit blog geef ik een aantal adviezen voor het opstellen van een open vraag.

Geeft de vraag ruimte aan de deelnemers?

 Bron: Bekker e.a. 2009. Een houdertje ontwerpen,
Lesbrief, Platform Taalgericht Vakonderwijs
Geeft de vraag de deelnemers ruimte om veel, gevarieerde en originele ideeën te verzinnen. Lang niet alle vragen in lesmaterialen zijn voldoende open. Zo kwam ik laatst de volgende opdracht tegen: Wat ga je doen?......Je gaat daarom een houdertje ontwerpen voor een mp3-speler.

Deze vraag beperkt het denken van de leerlingen. De leerlingen worden door de makers van het lesmateriaal onbedoeld in een bepaalde richting gestuurd. Dat komt door het  gebruik van het woord houdertje en door suggesties in het lesmateriaal zoals de eis ‘het snoertje past in het gaatje als het houdertje staat’. Hierdoor worden andere oplossingen om een mobiel  op te bergen uitgesloten.
Denk bijvoorbeeld aan:
  • Het opbergen van de mp3 in een speelgoedbeest, jas of ander voorwerp.
  • Het maken van aparte vakjes in de rand van een kussensloop zodat je je mp3 in bed bij de hand hebt.
  • Een mobiele voor boven je bureau waaraan de mp3-speler wordt gehangen.
Controleer bij een vraag altijd wat die met je doet. Geeft de vraag je een gevoel van ruimte of is herformuleren nodig?

HKJ-vragen

Door een vraag als een ‘Hoe kun je vraag’ (HKJ) te formuleren, ontstaat vrijwel altijd openheid. Hieronder een aantal HKJ-vragen:
  • Hoe kun kinderen op een leuke manier de tafels leren?
  • Hoe kun je er voor zorgen dat zwarte piet niet van het dak valt bij het bezorgen van pakjes?     
  • Hoe kun je een mobiele telefoon op een speelse manier op bergen?
  • Hoe kunnen ridders en jonkvrouwen zich beter beschermen tegen vijanden?
  • Hoe kun je nog sneller gaan met een boot?
  • Hoe kunnen bejaarden en kinderen vaker samen bewegen?
  • Hoe kun je snel en precies printen met een continue toevoer van inkt.


Een HKJ-vraag stel je als volgt op:
  • Begin de vraag met Hoe kun je…. Of Hoe kunnen + doelgroep…. Bijvoorbeeld: Hoe kunnen ridders en jonkvrouwen……?
  • Gebruik daarna een werkwoord. Een werkwoord beschrijft de functie van een product op een wat abstractere manier. Door niet te vragen naar een telefoonhouders maar niet iets om een telefoon te kunnen bewaren zijn veel verschillende producten mogelijk.
  • Benoem een scherpe uitdaging/doel. Je beschrijft heel concreet en op een uitdagende manier wat je met de nieuwe oplossingen wilt bereiken: beter beschermen, op een leuke manier de tafels leren, veel sneller printen.
Een variant op de HKJ-vragen, zijn de vragen van Edward de Bono, een goeroe op het gebied van creatieve denktechnieken zoals de Denkhoeden van De Bono. Ook hij gebruikt open vragen en vult deze aan met een zin waarin aangegeven wordt wat er beter moet.   Bijvoorbeeld: Hoe kunnen kinderen op een leuke manier de tafels leren (want de methoden op school zijn vaak saai)

 

Gebruik verfrissende woorden

Fenne van Doorn bedacht het project de beweegtuin. In dit project gaat het om ouderen en kinderen samen te laten bewegen.  Het gebruik van een nieuw woord als beweegtuin geeft ruimte. Bij speeltuin heb je gelijk een groot aantal bestaande speeltuinen voor ogen, een beweegtuin is een open begrip en kan je zelf gaan invullen.

In het project “In de ruimte” verzonnen kinderen ook zelf woorden. Denk aan een maanfiets of een pistoolplanetenmaanhuis. Stimuleer je leerlingen om hun ideeën  “titels” te geven. Een mooi woord  functioneert als een soort samenvatting van het vernieuwende idee. Je krijgt er een beeld bij dat  richting aan het uitwerken van het concept. De titel helpt ook bij het communiceren van het concept aan andere klasgenoten en kan ook een jury overtuigen. Tafeltwister, bedacht door leerlingen tijdens Designed by Kids, is een prachtige vondst.  

Techniektoernooi: drijvende bakstenen

Soms zijn er erg veel eisen en wensen aanwezig in een ontwerpproces. Dat geldt dit jaar bijvoorbeeld voor de opdracht in het Techniek Toernooi om bakstenen te laten drijven. Er is sprake van een platform, ballonnen en bepaalde afmetingen. Heel veel dingen mogen niet. Uiteraard dient het ontwerp uiteindelijk aan de wedstrijdeisen te voldoen.

Laat je divergente denken van de leerlingen echter te vroeg inperken door al deze eisen, dan komt er weinig nieuws uit een brainstorm. Ons advies is altijd om tijdelijk alle eisen en wensen van de wedstrijdorganisatie of die door de leerlingen zelf eerder bedacht zijn los te laten. Dat doen we ook als de leerlingen op het Science Centre Delft komen brainstormen over een nieuw educatief spel. De eisen en wensenlijsten die eerder zijn bepaald, blijven bewust achter op school en worden tijdens de brainstorm helemaal losgelaten. Pas bij het kiezen en uitwerken van een spelconcept gaat het programma van eisen en wensen weer een rol spelen.

Betrek je deelnemers bij de vraag

Laatst gaf ik een creatieve sessie en vond ik het niet makkelijk om een goede vraag op te stellen voor de deelnemers. De deelnemers waren expert op het onderwerp, ik niet. Aan het begin van de sessie heb ik daarom de deelnemers betrokken bij het formuleren van de vraag.  Ik deelde mijn overwegingen en de door mij opgestelde vraag. Daardoor werd de vraag door de groep verbeterd en ontstond er draagvlak.

Neem in de klas ook de tijd om na te gaan of de vraag die jij hebt bedacht begrepen wordt door de leerlingen, bijvoorbeeld door het kind in eigen woorden de vraag te formuleren. Misschien ontstaan er zelfs betere formuleringen. Zorg er wel voor dat je als leerkracht eventuele gesloten reacties van leerlingen op een open manier herformuleert.

Oefening baart kunst

Door met HKJ-s en bijzondere woorden te werken zal je merken dat je de kunst van het open vragen stellen snel onder de knie krijgt. En maak je niet te veel zorgen…. zolang de vraag niet heel gesloten is, zal de brainstormsessie goed lopen en inspiratie bieden.

 Literatuurreferenties

  • De Bono, Edward 1992. Teach your child how to think, Penguin Books.
  • Bekker, Arien, Gerald van Dijk en Laura Punt, 2009. Een houdertje ontwerpen (lesbrief), Platform Taalgericht Vakonderwijs/SLO, Enschede. (Dit lesmateriaal is gemaakt in het kader van taalgericht techniekonderwijs. De docentenhandleiding  geeft leerkrachten inzicht en adviezen om bewust met taalverwerving om te gaan tijdens ontwerpen en maken. Verander de vraag en het lesmateriaal is een echte aanrader.) Zie http://www.taalgerichtvakonderwijs.nl/zoeken/
  • Techniek Toernooi 2012: www.techniektoernooi.nl
  • Tassoul, Marc, Creative Facilitation (chapter 6)
  • Visschedijk, Joke, Eveline Holla en Remke Klapwijk,  2011, Handleiding Designed by Kids,  Wetenschapsknooppunt Delft/Meeple, Delft. (te downloaden - zie rechterbovenhoek van het blog)